|  
 
 
 
In de eerste wereldoorlog dropten luchtschepen bommen boven Londen en Antwerpen. 
Op een zondag in 1929, hoog op een duin, zwaaide Teuntje naar Graf Zeppelin. 
Het enorme aluminium glanzende luchtschip voer recht boven zijn hoofd voorbij. 
Gelukkig zonder bommen.  
De hele ochtend had Teuntje een gespannen gevoel in zijn buik. Het wekelijkse loopje 
van zijn ouderlijk huis op de IJmuidenstraat 13 naar wijkgebouw de Maranatha had hij 
in maar 420 stappen gedaan.
 
Graf Zeppelin  
 
Verder had zijn vader ook iets verteld over de oorlog die net twee jaar voor Teuntjes geboorte was beëindigd. In die oorlog gebruikten de Duitsers de Zeppelin om bommen op Londen en Antwerpen te 
gooien. Wel tienduizenden kilo’s aan bommen. Zo’n zelfde Zeppelin zou dus boven Scheveningen 
hangen. Ter geruststelling had zijn vader gezegd dat deze Zeppelin dit keer geen bommen, maar
post zou uitwerpen. Het was toch vooral het verhaal over de bommen wat Teuntje nerveus maakte 
en hij was blij dat er drie Hagenaars aan boord waren. Die zouden nooit toelaten dat de Zeppelin 
hun met bommen zou bestoken!
 
Een duin vol mensen 
 
In de Maranatha was Teuntje op het bankje naast zijn beste vriend Arie gaan zitten. 
Ze smoesden wat met elkaar over wat ze gehoord hadden over het luchtschip. Teuntje 
vertelde zijn vriend dat zijn oudere broer hem zou waarschuwen als het zover was. 
Dominee Jacobs was inmiddels met zijn preek begonnen.
 
Eindelijk was het dan zover. De deur van de zaal ging tot een kier open. De broer van Teuntje 
stak zijn hoofd er doorheen en riep heel hard ‘De Zeppelin komt eraan’. Voordat de dominee 
verder nog iets kon zeggen stoven alle kinderen naar buiten.
 
Samen met zijn broer en vriend rende Teuntje in tien minuten van de Maranatha naar een hoge 
duin naast de vuurtoren. Ze waren er niet alleen; zover het oog reikte stond deze, en de 
omliggende duinhellingen, vol mensen. Zijn broer had gisteravond vanuit de krant de route 
van de Zeppelin overgeschreven. Hij vertelde dat het luchtschip gisteren rond middernacht 
van het vliegveld van Friedrichshafen moest zijn opgestegen. Volgens het schema had 
de Zeppelin waarschijnlijk rond zeven uur Groningen aangedaan. Daarna volgden Zwolle, Deventer, 
Apeldoorn, Arnhem, Den Bosch, Dordrecht waarna het luchtschip rond 10:45 uur langs 
Rotterdam moest zijn gevaren.
 
De zon scheen uitbundig. Ze hadden ruim zicht over een groot deel van Den Haag. 
In de verte zagen ze Rijswijk, Voorburg en Wassenaar, en achter hen de spiegelgladde 
Noordzee! Het was rond 11:30 toen zij het luchtschip in de verte zagen aankomen. 
Eerst leek het op een dikke neus. Toen het zwenkte was de enorme lengte te zien. 
Alleen was de afstand nog te groot om details te kunnen onderscheiden. 
Vanuit hier leek het luchtschip rakelings over de toren van de Grote Kerk te bewegen. 
Daarna kwam het richting Scheveningen en wel recht op de vuurtoren af. 
De Zeppelin kwam steeds dichter in de buurt van waar de drie stonden. 
Vanaf de hoge duin zagen zij het indrukwekkende gevaarte naderen. 
Het voer zo laag dat de ruiten van de gondel eronder duidelijk zichtbaar waren. 
Het gegrom van de propellers werd steeds luider….
 
 
Teuntje stond vaker op deze duin. Hier keek hij het liefst naar de vertrekkende 
of terugkerende vissersboot van zijn vader. Het luchtschip voer gladjes en haast onmerkbaar 
met 80 km/uur boven de zee. Dit leek voor Teuntje een stuk veiliger vaart dan zijn vaders 
logger die afhankelijk was van de grillen van de golven. De Zeppelin volgde de kustlijn 
over het Kurhaus richting Wassenaar. Teuntje besefte dat deze duin de beste kijk op de 
Zeppelin van heel Nederland moest hebben. Hij zag het schip nog helemaal tot Leiden, 
waarna het weer zwenkte om uiteindelijk uit het zicht te verdwijnen.
 
De volgende dag was Teuntje nog steeds vol van het gebeuren. ’s Avonds las zijn vader weer 
voor uit de krant. Bij Schiphol waren er vanuit het luchtschip postzakken met kleine 
parachuutjes gegooid. Na een bezoek van zeven uur had het luchtschip ons land bij Groesbeek 
verlaten. Om half zeven ’s avonds was het terug in Friedrichshafen. 
    
Sinds deze gedenkwaardige dag volgde Teuntje nauwgezet het nieuws over de Zeppelin. 
In 1931 bereikte een Zeppelin voor het eerst de Noordpool. De eerste commerciële 
passagiersvaart naar Amerika was in 1936 en daarna volgden er nog tientallen waarvan 
ook vluchten naar Brazilië. In 1937, nabij New York sloeg het noodlot toe. Het luchtschip 
de Hindenburg vatte op zo’n vijftig meter hoogte plotseling vlam. Binnen tientallen 
seconden veranderde de met waterstofgas gevulde sigaar in een grote vuurzee. Hierbij 
kwamen vijfendertig mensen om het leven en was de veelbelovende toekomst van de 
luchtscheepvaart in één klap voorbij. In 1940 hoorde Teun dat Duitsland had besloten 
om de resterende zeppelins te slopen en het aluminium te gebruiken voor een nieuwe 
oorlog tegen de rest van Europa. Hij dacht gelijk aan het verhaal van zijn vader over 
de rol van de Zeppelin in voorgaande oorlog.
  |