Geschiedenis van Roeleveld van de Rab

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op een zilveren beker van het St. Adrianus Gilde uit 1767 (te bewonderen in het Gemeente Museum te Den Haag) werd al (op 5e regel) melding gemaakt van hooftman Krijn Roeleveld.
Dit is Krijn Krijnszn Roeleveld, geboren in 1722.

Zijn zoon Cornelis Roeleveld, geboren op 29-1-1775, werd als opvarende van een van 20 schuiten op 27 april 1798 door de Engelsen gevangen genomen. Hij werd vastgezet op het prisonship "Sandwich" bij Chattam. Op dat schip werden 300 gevangenen vastgehouden op de koebrug (het onderste gedeelte van het schip) en 500 gevangenen op het midden- en bovendek. Deze 800 gevangenen werden bewaakt door ruim 200 Engelsen, zodat het behoorlijk vol was op dat schip. Vaak kregen de gevangenen weinig tot niets te eten, vooral als er geen "spijskotter" bij het schip kon komen. Ds Faassen de Heer heeft ervoor gezorgd, dat de bomschuit "de Jonge Geertrui" met stuurman Zier Blok naar Engeland kleren en geld naar de gevangenen bracht.
Op 15 februari 1799 werden de gevangenen op voordracht van Prins Willem van Oranje vrijgelaten en 4 dagen later landde men weer veilig in Scheveningen.
(bron: Geschiedenis van Scheveningen door J.C. Vermaas)

Gedurende zijn gevangenschap heeft Cornelis zijn baard laten staan, wat hem bij terugkeer in Scheveningen de bijnaam "de Rab" heeft bezorgd, omdat hij op een Rabbi leek.
Daar komt de bijnaam van deze familietak vandaan.

In het boekje Scheld- en Bijnamen op Scheveningen door Marinus Rot, 1955, staat het volgende citaat over De Rab:

 

Datum laatste wijziging: 18-06-2021